Voor sommige vormen van zorg vanuit de Wmo en de Wlz moet u een eigen bijdrage betalen.
Wat is een eigen bijdrage?
Als u zorg of ondersteuning nodig heeft, dan kan de gemeente u daarbij helpen. Bijvoorbeeld met een traplift, scootmobiel of huishoudelijke hulp. Voor sommige zorg en ondersteuning moet u een gedeelte zelf betalen: de eigen bijdrage.
Voorzieningen met een eigen bijdrage
U betaalt een eigen bijdrage voor:
- woonaanpassingen, zoals een traplift
- hulpmiddelen, zoals een scootmobiel
- huishoudelijke hulp
Voorzieningen zonder een eigen bijdrage
U betaalt geen eigen bijdrage voor:
- dagbesteding
- begeleiding
- respijtzorg
Mensen met een laag inkomen betalen geen eigen bijdrage voor zorg vanuit de Wmo.
Het CAK berekent uw eigen bijdrage
Het Centraal Administratiekantoor (CAK) berekent of u een eigen bijdrage moet betalen voor de zorg die u krijgt en hoe hoog deze bijdrage is. U krijgt van het CAK ook de rekening voor het betalen van de eigen bijdrage.
Vragen over de eigen bijdrage Wmo
Heeft u vragen over de eigen bijdrage voor de Wmo, dan kunt u contact opnemen met het Sociaal Team. U kunt ook op de website van het CAK kijken voor meer informatie.
Eigen bijdrage Wlz
Hoeveel eigen bijdrage u betaalt voor zorg vanuit de Wlz, hangt af van:
- Uw inkomen
- Uw vermogen
- Uw leeftijd
- Uw huishouden
- De zorg die u ontvangt
Meer informatie over de eigen bijdrage Wlz vindt u op de website van het CAK.
Eigen bijdrage Wlz uitrekenen
Op de website van het CAK vindt u een handig rekenprogramma waarmee u zelf kunt berekenen wat uw eigen bijdrage voor de Wlz ongeveer zal zijn.
Wmo en Wlz: geen dubbele eigen bijdrage
Mensen die Wlz-zorg én ondersteuning vanuit de Wmo krijgen, hoeven voor de Wmo-ondersteuning géén eigen bijdrage te betalen. U betaalt dan alleen de eigen bijdrage voor de Wlz.
De vrijstelling geldt voor het hele huishouden: dus krijgt uw partner Wlz-zorg en u Wmo-ondersteuning? Of andersom? Ook dan hoeft degene die de Wmo-ondersteuning krijgt, geen eigen bijdrage te betalen. De precieze voorwaarden vindt u op de website van het CAK.